Internet termen verklaard


A   B   C   D   E   F   G   H   I   J   K   L   M   N   O   P   Q   R   S   T   U   V   W   X   Y   Z  


a

account
een overeenkomt tussen een particulier of organisatie en een Internet service provider voor het leveren van Internet toegang of andere diensten.

animated gif
Een grafisch bestand dat meerdere afbeeldingen bevat. De afbeeldingen worden achtereenvolgend gepresenteerd. Het aantal seconden dat elke individuele afbeelding weergegeven wordt is ook gespecificeerd in de animated gif. Animated gifs worden veel gebruikt voor simpele banner advertenties.

anonymous FTP
het ophalen van bestanden met een FTP programma van een publiek toegankelijke FTP server. Wanneer men contact legt met een publiek toegankelijke server, gebruikt men als gebruikersnaam "anonymous" en als wachtwoord uw email adres.

application
(applicatie, toepassing) één of meerdere programmma's die de gebruiker toestaan gebruik te maken van een computer. Netscape Navigator is een toepassing die de gebruiker toestaat web pagina's te bekijken.

archie server
een server met een index van alle bestanden op een aantal FTP sites. Als men op zoek is naar een bepaald bestand kan men met een archie client (zoals WS Archie) een archie server raadplagen. Archie is een verbastering van archive (software archief).

ARPANET
(Advanced Research Projects Agency Network) een netwerk dat de voorloper was van Internet. Het is de jaren zestig en zeventig ontwikkeld door het Amerikaanse ministerie van defensie. Veel van de software en theorieën die gebruikt worden voor Internet zijn ontwikkeld met behulp van ARPANET. De doelstelling van dit netwerk was dat het zo robuust mogelijk moest zijn, dat het een oorlog moest kunnen doorstaan. ARPANET bestaat niet meer.

auditing
het controleren van het aantal bezoekers op een bepaalde web pagina door een onafhankelijke partij.

b

backbone
een belangrijke en grote verbinding binnen een netwerk. Het is niet echt mogelijk om aan te geven hoeveel bandbreedte een verbinding moet hebben om een backbone te mogen heten. Een backbone is relatief tot het netwerk waar het in ligt.

bandwidth
(bandbreedte) het maximaal aantal bits per seconde dat een verbinding kan verwerken. Door de onstuimige groei van Internet is er altijd behoefte aan meer. Het is goed bestanden klein te houden zodat de Internet gebruiker niet te lang hoeft te wachten op de web pagina's.

banner ad
(banner, advertentiebord): een breed plaatje met daarop een advertentie. Wanneer een Internet gebruiker op de banner klikt, gaat hij naar de web site van het bedrijf dat met de banner adverteert.

bit
(binary digit) de kleinste hoeveelheid informatie, een positie die of een 1 of een 0 aan kan nemen.

bookmark
een URL (web adres) welke door de browser Netascape is opgeslagen in het bookmark bestand. Met behulp van bookmarks kan men snel locaties op Internet vastleggen en later weer terug vinden. Wel is het noodzakelijk het bookmark bestand een beetje bij te houden, door bij elke bookmark een kort commetaar te schrijven en de bookmarks in categorieen te verdelen.

browser
(web browser, bladerprogramma) een programma waarmee men web pagina's bekijkt, zoals Netscape Navigator of Microsoft Internet Explorer.

byte
een groepje van (meestal) acht bits, vaak vertegenwoordigt één byte één karakter. Vaak wordt er gesproken in termen van kilobytes, 1024 bytes en megabytes, een miljoen bytes.

c

cache
Cache heeft verschillende betekenissen, een algemene omschrijving is "een extra stuk geheugen". De Netscape cache is een een directory waarin een deel van de bestanden die opgehaald zijn tijdens het browsen in opgeslagen zijn. Soms grijpt Netscape terug op de cache maakt daardoor het browsen sneller. Netscape Cache Explorer van Matthias Wolf kan de Netscape cache analyseren en herstellen, waardoor men in beperkte mate offline kan browsen. Disk cacheing houd in dat een computer zoveel geheugen nodig heeft dat het RAM geheugen vol is en data tijdelijk op de harde schijf wegschrijft, een zijsprong die vaak een oplossing biedt, maar wel veel snelheid kost. Moederborden hebben ook cache geheugen, dit is zeer snel geheugen dat tussen de RAM en de CPU zit. Door de cache te gebruiken wint men weer aan snelheid.

cgi-script
(common gateway interface, cgi) een programmaatje, geschreven in Perl of C+ of een andere taal, dat op een server draait en web pagina's meer functionaliteit geeft, door bijvoorbeeld een formulier of een counter. Een belangrijke toepassing van een cgi is het verbinden van een web pagina met database.

click
(click-through) het klikken van een Internet gebruiker op en banner ad, waardoor hij op de web site van de adverteerder komt.

client
een programma dat gebruikt maakt van de diensten van een server. Eudora wordt bijvoorbeeld een mail-client genoemd omdat men er post mee kan ophalen van de mail-server.

clickrate
het percentage van de bezoekers dat op een banner ad klikt, dit is ongeveer 1%.

compression
het samenpersen van grafische bestanden zodat ze sneller over het Net vervoerd kunnen worden. JPEG heeft een uitstekende compressie en behoudt bij foto's een grote kwaliteit. GIF compressie wordt hoofdzakelijk gedaan door het aantal kleuren reduceren tot 16 of nog minder, geschikt voor plaatjes met grote vlakken met dezelfde kleur "stripboekplaatjes". Compressie is ook het samenpersen van een bestand met behulp van bijvoorbeeld pkzip.exe hierbij gaat geen informatie verloren, bij grafische jpeg compressie wel.

counter
(teller) een getal op een web site dat het aantal bezoekers sinds een bepaalde datum weergeeft. De term "counter" heeft ook wel betrekking op de cgi script dat dat getal produceert.

CPM
(cost per thousand impressions) de kosten voor de adverteerder om zijn banner duizend maal te laten zien aan bezoekers.

CPU
(Central Processing Unit, CVE, Centrale Verwerkings Eenheid) de centrale chip die al het rekenwerk doet, het hart van de computer. De PC heeft verschillende chips: 80386, 80486, Pentium en Pentium II.

crossposting
het plaatsen van één en hetzelfde bericht in meerdere nieuwsgroepen. Sommige newsreaders zullen wanneer ze een gecrosspost bericht voor de tweede keer tegenkomen niet opnieuw weergeven aan de gebruiker. Crossposting is niet verkeerd, zolangs het bericht maar relevant is voor alle nieuwsgroepen.

cyberpace
de virtuele ruimte waarin Internet gebruikers zich bevinden.

d

data traffic
(data verkeer) het aantal bytes dat van en naar een web site verstuurd is. Een web site van een particulier mag meestel maar een beperkte hoeveelheid data verkeer veroorzaken (bijvoorbeeld 150 MB per maand). Veel providers van accounts staan onbeperkt dataverkeer toe. In theorie is dit niet helemaal want er geen enkele provider kan echt onbeperkt bandbreedte bieden, in de praktijk haalt de huurden van de www ruimte de limiet niet (bijvoorbeeld 200 MB per dag).

DECT
(Digital European Cordless Telecommunication) een standaard voor draadloze communicatie welke in 1993 tot stand is gekomen en momenteel sterk in opkomst is. DECT maakt gebruik van hoge frequentie bereiken, een aantal voordelen hiervan zijn dat afluisteren zeer moelijk is is dat relatief veel data overdragen kan worden.

directory
(folder, map) een groep bestanden met een naam op een schijf. Wanneer men bijvoorbeeld een nieuw programma installeert worden alle bestanden van dat programma bij mekaar geplaatst in één directory. Geen twee bestanden in een directory kunnen dezelfde naam hebben. Een programma kan normaliter alleen gestart worden wanneer men het aanroept vanuit de directory waar het programma staat.

domain name
(domain, domein naam) een naam die een lokatie aangeeft op Internet. Deze pagina staat in het domein "netadvies.nl". Een domein verwijst naar een directory op een server of naar een hele server of naar een groep computers. Een domein naam is gekoppeld aan een IP adres. Wanneer men een web pagina ophaalt zal de domein naam vertaald worden in een IP adres.

domain name system
(DNS) een systeem waarbij een domein naam verbonden is aan een nummer, een IP adres. Het voordeel hiervan is dat namen gebruikt kunnen worden om locaties op Internet aan te geven, dit is gemakkelijker te onthouden dan een IP-nummer.

DOS
(disk operating system) een simpel besturingssyteem voor IBM computers en klonen. DOS bestaat uit drie bestanden: command.com, io.sys en msdos.sys. De laatste twee zijn verborgen bestanden. Wanneer men deze drie bestanden op een (boot) floppy of in de root van de harde schijf plaatst kan de computer starten. Verder heeft ongeveer 4 MB aan utilities, welke meestal in de directory c:\dos geplaatst worden. Eén van deze utilities is scandisk.exe, waarmee men de integriteit van een harde schijf kan controleren en repareren.

down
(uit de lucht) een toestand waarin een server geen diensten kan leveren aan het net.

downloaden
het ophalen van bestanden met behulp van het FTP protocol. Tegenwoordig worden ook vaak browsers gebruikt voor het ophalen van bestanden (hetzij via het HTTP of het FTP protocol), dit heet ook downloaden.

DS-3
een verbinding die 44,736 megabit per seconde kan verwerken, loopt via een optische vezel.

e

email
(E-mail, elektronische post) post die electronisch aangemaakt, verwerkt, gelezen en beantwoord wordt. Email is aanzienlijk goedkoper en sneller dan fysieke post.

email address
(email box, email adres, POP address) een email adres is een reeks karakters welke een gebruiker (mailbox) identificeert binnen het SMTP email systeem dat op Internet gebruikt wordt. Een email adres heeft het formaat "user@host". Hierbij identificeert "user" de individuele mailbox en "host" de Internet host waarop de mailbox aangemaakt is.

email alias
een email adres dat email automatisch doorstuurt naar een ander adres. Een alias kan zelf geen post vasthouden. Men kan op deze manier een goed uitziend email adres hebben en post vervolgens laten doorsturen naar het email adres van een particulier abonnement bij een Internet aanbieder.

Eudora
één van de meest populaire email programma's, van Qualcomm. Beschikbaar als zowel freeware als commercieel.

f

FAQ
(Frequently Asked Questions, Veel Voorkomende Vragen, VVV) Een lijst van vragen die veel gesteld worden (op een nieuwsgroep) en de antwoorden daarop. In tegenstelling tot wat over het algemeen aangenomen wordt zijn veel FAQ's geen beginners gidsen. Vaak bevatten FAQ's ook antwoorden op vragen van gevorderden.

finger
een protocol waarmee men informatie over een Internet gebruiker kan vinden. Men geeft aan de finger client het email adres op van de gebruiker en de client zoekt de informatie op. Sommige Internet aanbieders hebben deze optie geblokkeerd uit privacy overwegingen.

fire wall
een combinatie van soft- en hardware dat netwerken van mekaar scheidt en daardoor de veiligheid van één van de twee netwerken vergroot. Een fire wall wordt vaak gebruikt om een bedrijfsnetwerk te scheiden van Internet.

flame
een belediging van of aanval op een andere Internet gebruiker. Dit gebeurt af en toe in een nieuwsgroep of op een IRC kanaal.

form
(formulier) een formulier op een web pagina. De Internet gebruiker vult het formulier en klikt op een knop. De ingevulde informatie wordt vervolgens door de browser van de Internet gebruiker verzonden naar een in het formulier aangegeven programmaatje (cgi script). Dit prgrammaatje stuurt het dan bijvoorbeeld door naar een email adres of doet er iets anders mee.

FTP client
(File Transfer Protocol client): een programma waarmee men bestanden uitwisselt tussen twee computers. FTP is nodig om een web site te onderhouden.

g

gif
(graphics interchange format) een bestandsformaat waarin veel plaatjes op Internet worden weergegeven. Voor (grotere) foto's wordt een ander formaat gebruikt: jpg.

h

hacker
een persoon die probeert in te breken in systemen. Vaak is het de hacker er meer om het inbreken zelf te doen dan om het aanbregen van schade. Het zichzelf ongeoorloofd toegang verschaffen tot een systeem is wel strafbaar.

header
het deel dat vooraf gaat aan een email bericht of een nieuwsgroep bericht. De header bestaat uit een aantal regels met administratie informatie.

hit
(http request) een verzoek van een browser voor een HTML bestand, een grafisch bestand waarna gerefereerd wordt in het HTML bestand of een ander bestand.

home directory
de directory op de server van een Internet service provider waarin een abonnee HTML bestanden mag plaatsen. De home directory kan dan meestal bereikt worden via het World Wide Web op http://www.provider.nl/~gebruikersnaam  De abonnee kan in de home directory ook weer directories aanmaken, deze zijn te bereiken onder http://www.provider.nl/~gebruikersnaam/naam_van_de_directory

home page
(home pagina) de introductie pagina van een web site. Een home pagina dient een overzicht te geven van wat er allemaal op de web site beschikbaar is. Een andere fuctie is vaak een indruk te geven van de organisatie van wie de web site is.

hosting
(web site hosting, domain hosting) het 24 uur per dag beschikbaar stellen van een web site op Internet door een Internet presence provider.

HTML
(Hyper Text Markup Language) een verzameling opmaakcodes waarmee een web pagina's gemaakt worden. Kies in uw browser de optie "View" en dan "Document Source", dan zult u de HTML codes van deze pagina zien.

HTTP
(Hyper Text Transfer Protocol) het protocol dat gebruikt wordt om web pagina's op te halen. Een web browser "spreekt" het HTTP protocol.

i

impression
(adview, exposure) het zien van een banner ad door een bezoeker.

Internet
(internet, net) wereldwijd netwerk van netwerken. Een internet is ontstaat wanneer twee of meer netwerken aan elkaar verbonden worden. Het Internet (met een hoofdletter) is het grootste internet ter wereld.

Internet access provider
(IAP, Internet aanbieder) een bedrijf dat mensen voor een abonnement toegang geeft tot Internet. De klant krijgt ook een email adres en schijfruimte voor niet commerciele web pagina's, enzovoort.

Internet Explorer
een browser van Microsoft.

Internet presence provider
een bedrijf dat schijfruimte en andere faciliteiten verhuurt aan bedrijven die zich willen presenteren op Internet. Andere faciliteiten zijn bijvoorbeeld: email adressen, helpdesk ondersteuning, toegang tot het log bestand, de mogelijkheid cgi's te draaien.

Internet service provider
(ISP) een bedrijf dat Internet diensten verleent, het is een wat algemene term.

InterNIC
(Internet Network Information Center) een Amerikaanse instelling die de uitgifte van com, net, org en andere domeinen verzorgt.

Intranet
een netwerk binnen een organisatie (bedrijf) dat dezelfde software gebruikt als Internet en dat voor die organisatie relevante informatie biedt op web pagina's. Een intranet is alleen voor intern gebruik.

IP adres
(Internet Protocol adres, IP nummer) een groepje van vier getallen, bijvoorbeeld 168.154.172.63, dat een locatie op Internet aangeeft. IP adressen zijn moeilijk te onthouden, daarom heeft men domein namen geïntroduceerd. Elke domein naam heeft een corresponderend IP adres. Met het programmaatje NSlookup kan men het IP adres dat bij een domein naam hoort opzoeken en andersom.

IRC client
(Internet Relay Chat client) een programma waarmee men direkt met andere Internet gebruikers kan communiceren. Gebruikers zien namenlijk van elkaar wat ze intypen.

ISDN
(Integrated Services Digital Network) een digitale verbinding. Een ISDN-2 verbinding levert twee lijnen en heeft een snelheid van 64 kilo bits per seconde.

j

Java
een programeertaal ontwikkeld door het bedrijf Sun Microsystems. Java is platform onafhankelijk. Met andere woorden: Java programma's draaien op Unix, OS/2, Windows 95, Macintosh, enz. Java programmaatjes worden, in de vorm van applets, met web pagina's meegestuurd worden en draaien dan op de computer van de Internet gebruiker. Java geniet veel belangstelling. Het geeft de mogelijkheid om web pagina's aanzienlijk te verlevendigen.

Java applet
een Java programmaatje dat van de server verstuurd wordt naar de computer van de Internet gebruiker en dat daar op een web pagina uitgevoerd wordt.

jpg
(JPEG, Joint Photographic Experts Group) een grafisch bestandsformaat dat veel gebruikt wordt om foto's weer te geven op web pagina's. Voor foto's is het geschikter dan gif omdat jpg een zeer hoge compressie beschikbaar heeft.

k

KB
(kilo byte): 1024 bytes, de reden waarom het niet 1000 bytes is, is dat het makkelijker is te rekenen met 210 bytes en dit is dus 1024.

l

LAN
(Local Area Network) een netwerk binnen een bedrijf of instelling. Het verschil tussen een LAN en een intranet is dat een LAN gewoon een netwerk is en dat een intranet een netwerk is met web pagina's en andere toepassingen die ook op Internet te vinden zijn, met name email.

link
(hyper text link): een verwijzing op een web pagina naar een andere web pagina of een andere informatie bron op Internet.

lurking
het lezen van berichten op een nieuwsgroep, mailinglist of een IRC kanaal zonder zelf berichten te plaatsen. Voor elke gebruiker die een bericht verstuurt zijn er vele lurkers. Mensen die nieuw zijn op een nieuwsgroep/mailinglist/IRC kanaal wordt aangeraden eerst een tijdje te lurken totdat ze de regels kennen.

leased line
(huurlijn, vaste verbinding) een permanente analoge of digitale verbinding tussen twee punten die men per maand huurt en waarvoor verder geen kosten per tijdseenheid meer voor betaald hoeven te worden.

Linux
de gratis versie van Unix. Linux wordt gratis ontwikkeld door Linus Torvalds en anderen. Dit besturings systeem draait op een PC en wordt door een groeiend aantal enthousiastelingen gebruikt, met name omdat men ermee Internet kan simuleren/opzetten.

log file


Een bestand waarin http-verzoeken (hits) voor een web site worden vastgelegd. Een log bestand kan worden gebruikt om het bezoekers gedrag op de web site te analyseren.

Lynx
een web browser die web pagina's met alleen tekst weergeeft, dus geen plaatjes. Lynx wordt veel gebruikt op Unix terminals.

m

mailinglist
een lijst van email adressen waarna berichten over een bepaald onderwerp wordt verzonden. Een mailinglist heeft een centraal email adres en alle email naar dit adres wordt doorgestuurd naar iedereen op de mailinglist. Op een mailinglist discussiëren leden over het onderwerp van de lijst.

Majordomo
een veelgebruikt mailing list manager (MLM), een programma waarmee men een mailinglist kan draaien. Commando's voor het bijvoorbeeld abonneren bij een mailinglist stuurt men per email naar Majordomo. Een andere bekende MLM is Listserv. Majordomo is gratis, Listserv niet.

mirror site
een web site die een kopie is van de hoofd site. Sommige web sites worden zoveel bezocht dat er verschillende kopies in andere landen geplaats worden. Het voordeel hiervan is dat de bereikbaarheid van de hoofd site vergroot wordt en bovendien vermindert het het netwerk verkeer op Internet, omdat gebruikers bestanden ophalen die dichterbij staan.

modem
een apparaatje (of een insteekkaart) die digitale signalen van een computer om kan zetten in analoge signalen die over een telefoonlijn verzonden kunnen worden en omgekeerd. Modem is een afkorting van MODulator/DEModulator.

moderator
een persoon die niet relevante of ongepaste berichten naar een mailinglist of nieuwsgroep verwijdert.

multimedia toepassing
een toepassing welke gebruik maakt van video, geluid of beiden.

n

nameserver
een programma dat een domeinnaam in een IP adres omzet en omgekeerd.

nameserving
een vertaling geven van domeinnaam naar IP adres (en omgekeerd) aan client machines die hierom verzoeken. Indien er nameserving plaatsvindt voor een domein, kunnen Internet gebruikers informatie bronnen via het domein aanspreken. Als er geen nameserving plaatsvindt kan dit alleen via het IP adres.

Netscape
(Netscape Navigator) de browser van de firma Netscape Communications. Microsoft levert competitie met haar browser Internet Explorer.

netwerk
twee of meer computer aan elkaar verbonden, zodanig dat ze informatie kunnen uitwisselen.

newbie
iemand die nieuw is op Internet. De term is enigsinds negatief. Newbies dienen te leren hoe ze met de verschillende aspecten van Internet om moeten gaan, zodat ze zo weinig mogelijk last veroorzaken.

newsfeed
de totale stroom aan nieuwsgroep berichten naar een nieuws server van een Internet aanbieder.

newsgroup
(nieuwsgroep) een verzameling berichten die via Internet wordt doorgegeven en waaraan iedereen kan deelnemen. Een nieuwsgroep is echter ook de groep Internet gebruikers die een nieuwsgroep lezen en er berichten naar toe zenden, deze leden hebben een gemeenschapsgevoel. Nieuwsgroepen brijkt men met een speciaal programma hiervoor: een newsreader.

newsreader
een programma waarmee berichten uit nieuwsgroepen opgehaald en gelezen kunnen worden. Een bekende gratis newsreader is Free Agent van Forté. De browser Internet Explorer heeft een ingebouwde newsreader.

NNTP server
(netwerk news transfer protocop server, news servers, nieuws server) een server welke de verwerking van nieuwsgroep berichten verzorgd. De NNTP server ontvangt berichten en stuurt deze door naar andere NNTP servers, zodat alle NNTP servers alle nieuwsgroep berichten hebben. Welke nieuwgroepen op een NNTp server staan is aan de Internet aanbieder.

o

online
(on-line) het contact hebben via een telefoon of vaste verbinding met Internet, een BBS of een andere electronische informatie dienst. Het tegenovergestelde is offline.

operating system
(OS, besturings systeem) een programma dat een computer laat draaien, het gaat om met de hardware zodat andere programma's dat niet hoeven te doen. Toepassingen (applicaties) maken gebruik van de fundamentele routines van het besturings systeem. Voorbeelden zijn DOS, Unix en Windows 95.

OSI reference model
(Open Systems Interconnection reference model) een omschrijving van netwerken gecreëert door de International Standards Organisation in 1978: het OSI model omschrijft 7 lagen in een netwerk en geeft daarmee een conceptueel model voor producenten en gebruikers van netwerken.

p

pageview
(page transfer) het zien door de bezoeker van een web pagina.

palet
(CLUT, Color Look-Up Table) een verzameling kleuren opgeslagen in een (meestal een gif) bestand, elk pixel van het plaatje verwijst dan naar een kleur in het palet. Het voordeel van een palet is dat het bestand kleiner kan zijn. Een plaatje met 16,7 miljoen kleuren besteedt 24 bits aan één pixel (224=16,7 miljoen) terwijl een plaatje met 256 kleuren slechte 8 bits besteedt aan elke pixel (28=256), één derde dus.

PGP
(Pretty Good Privacy) een veel gebruikt programma voor het versleutelen van berichten. PGP kan ook gebruikt worden om te identiteit van de verzender zeker te stellen.

pixel
(picture element) de kleinste eenheid van een (bitmap) afbeelding. Een pixel is een "puntje". Een pixel kan maar één kleur hebben.

plug-in
een programma dat de browser Netscape ondersteunt, door een plug-in kan men bijvoorbeeld binnen het Netscape venster audio en video afspelen. als de applicatie niet binnen het Netscape venster werkt, maar in een eigen venster (dus eigenlijke een apart programma is) dan spreekt men van een een "helper application".

Plug and Play
(PnP, Plug and Pray) een faciliteit geïntroduceert door Microsoft waardoor nieuwe hardware na installatie meteen herkend en in gebruik genomen wordt door Windows 95. Het onderdeel moet dan wel PnP ondersteunen.

PNG
(Portable Network Graphics) een grafisch bestands formaat dat de opvolger wordt van gif. PNG (in het Engels spreekt men het uit als ping) is niet alleen beter omdat het meer compressie toe staat en omdat PNG software licentie vrij is. Het is beter nog geen PNG te gebruiken op web sites, omdat de meeste browsers nog geen PNG plaatjes kunnen laten zien.

Point of Presence
(PoP) een locatie waar een Internet access provider een inbelpunt heeft. Als men inbelt legt men contact met een locale PoP en deze is dan weer verbonden met de hoofd server(s) van de provider. Als een PoP "down" is kunt u ook een andere PoP gebruiken. Maar als het probleem bij een hoofdserver ligt dan biedt een andere PoP ook geen uitkomst.

POP server
(Post Office Protocol server) een programma dat email kan ontvangen van Internet en het kan bewaren totdat de gebruiker zijn/haar email komt ophalen. Voor het ophalen is de POP gebruikersnaam en wachtwoord nodig. POP3 is een versie van deze server die momenteel veel gebruikt wordt.

PPP
(Point to Point Protocol) een protocol waarmee men een TCP/IP verbinding tot stand kan brengen via een gewone analoge telefoonlijn.

protocol
een verzameling regels die de manier van communiceren tussen computers vastlegt. Er bestaan vele protocollen, elk gespecialiseert in een bepaalde toepassing.

push technology
(web casting) het op min of meer continue versturen van informatie naar de gebruiker. Normaal vraagt de gebruiker informatie op door een URL op te geven. Bij push technology blijft de gebruiker op één web pagina, welke steeds vernieuwd wordt. Soms werkt push ook met een screen saver. Bedrijven zien veel in push omdat ze hiermee actief advertenties onder de aandacht kunnen brengen. PointCast is de grootste aanbieder van informatie (advertenties) via push technology.

q



r

RAM
(Random Access Memory) computer geheugen in de vorm van chips op het moederbord. Bij het functioneren schrijft de computer steeds data weg naar de RAM en haalt het daar weer vandaan. Veel RAM geheugen (16 a 32 MB) is vandaag de dag geen overbodige luxe meer.

RFC
(Request For Comments) een document welke Internet standaarden of adviezen bevat. Als u wilt weten hoe iets nu precies in z'n werk gaat dan moet u de RFC er op na slaan.

robot
(spider) een programma dat automatisch web pagina's ophaalt en informatie van die pagina's gebruikt om databases aan te leggen. Deze databases worden dan gebruikt door een search engine.

s

search engine
(zoekmachine, zoek pagina): een programma waaraan men één of meerdere zoekwoorden kan presenteren, de search engine presenteert dan pagina's waarin deze zoekwoorden voorkomen. Alta Vista is een bekende search engine.

secure server
een server die de mogelijk heeft informatie op een beveiligde manier te ontvangen van een browser.

server
een computer die permanent met Internet (of een ander netwerk) verbonden is en verzoeken om bestanden die op de harde schijf van de server staan afhandeld. Een server is ook een programma dat verzoeken vanaf Internet afhandelt. Een HTTP server verwerkt verzoeken voor web pagina's, een mail server verwerkt verzoeken betreffende email, enz.

signature
(sig) een stuk tekst dat men automatisch aan een email bericht kan laten toevoegen door de email client. De signature geeft wat algemene informatie over verzender van het bericht.

SLIP
(Serial Line Internet Protocol) een protocol waarmee men een TCP/IP verbinding tot stand kan brengen via een gewone analoge telefoonlijn. SLIP wordt steeds meer vervangen door PPP.

smiley
(emoticon) een symbool waarmee een emotie tot uitdrukking gebracht kan worden. Internet maakt veel gebruik van tekst en hierbij is soms niet duidelijk hoe iets bedoeld is. Een smiley maakt dit duidelijk. Voorbeelden: :), :-), :-(, ;-).

snail mail
snail is Engels voor slak, snail mail is post die op de traditionele (oude...) manier verzonden wordt, met een envellop en een postzegel. Dit duurt aanzienlijk langer dan email en is nog veel duurder ook.

spamming
het versturen van ongewenste post naar een groot aantal email adressen of naar nieuwsgroepen. Dit dient niet gedaan te worden en is in sommige gevallen al verboden.

sponsor
een bedrijf dat adverteert op een web site van een ander.

Stichting IDNL
(Stichting Internet Domeinregistratie Nederland) de stichting die nl-domeinen verdeelt. nl-domeinen kunnen alleen aangevraagd worden via Nederlandse providers die lid zijn van deze stichting en niet rechtstreeks bij de stichting.

surfing
(web surfing) het bekijken van web pagina's.

t

T1
een verbinding met een capaciteit van 1,544 mega bits per seconde.

T3
een verbinding met een capaciteit van 44,736 mega bits per seconde.

TCP/IP
(Transmission Control Protocol/Internet Protocol) het basis protocol van Internet, waar alle Internet programma's gebruik van maken.

top level domain
(tld, hoofd-niveau domein) zoals com, org, nl, de enzovoort.

u

Unix
een besturingssysteem dat een multi-user omgeving biedt: meerdere gebruikers kunnen tegelijkertijd op één Unix machine werken. De meeste Internet servers draaien Unix. Op deze manier kunnen de servers gelijktijdig voldoen aan vele verzoeken. Windows NT is een ander multi-user besturingssysteem dat steeds meer in opkomst is.

URL
(Universal Resource Locator): een uitdrukking die een locatie van een resource (een informatiebron) op Internet aangeeft, ook geeft het aan hoe die informatiebron opgehaald moet worden. Een voorbeeld van een URL is http://www.netadvies.nl/index.html, het geeft de locatie van de home pagina van Netadvies. Een andere URL is ftp://bond.edu.au/pub/Minerva/msql/faq.txt, het geeft aan dat er een tekst bestand staat op de FTP server van Bond University in Australie. De URL geeft ook aan dat het bestand met behulp van het FTP protocol opgehaald dient te worden.

username
(gebruikersnaam): de naam die u nodig heeft (tesamen met het password) om te kunnen inloggen bij een Unix systeem. Wanneer u contact legt met de server van u Internet aanbieder moet u uw usename en password opgeven.

uuencode
een methode om binaire bestanden zodanig te coderen dat ze als tekst bestand verzonden kunnen worden. De meeste binaire bestanden op nieuwsgroepen zijn uuencoded. Voor DOS (Windows) bestaat uuencode.exe en uudecode.exe, maar de meeste newsreaders kunnen uuncoded bestanden ook decoderen.

v

virtual server
een deel van een server. Het is niet zinnig voor elk domein een aparte server neer te zetten, daarom draaien vaak vele domeinen op één enkele server van een presence provider. Het is dan net alsof het domein draait op een eigen server, een virtuele server dus.

VRML
(Virtual Reality Modelling Language) een door Sun Microsystems ontwikkelde taal voor het weergeven van drie dimensionele werelden. Helaas is VRML nog steeds niet tot het grote publiek doorgebroken.

w

WAN
(Wide Area Network) een netwerk dat zich uitstrekt over een grote afstand.

web
(WWW, World Wide Web): alle web pagina's die via Internet beschikbaar zijn.

web consultant
een persoon die Internet advies geeft en web sites ontwikkelt aan de hand van specifieke (commerciële) wensen van een bedrijf of organisatie.

web page
(web pagina) een pagina die beschikbaar is via Internet en bekeken kan worden met een browser. De browser haalt een HTML bestand op en veelal ook grafische bestanden van een server en presenteert deze bestanden in de vorm van een web pagina aan de Internet gebruiker.

web site
(site) een "plek" op het World Wide Web, een verzameling pagina's die een onderwerp presenteert of van één organisatie is. Een web site kan uit enkele web pagina's bestaan, maar ook uit enkele duizenden pagina's.

Windows
(Windows 3.11) een grafisch gebruikers omgeving welke draait bovenop het besturings systeem DOS. Windows neemt een aantal taken van applicaties over en standariseert daardoor. Zo hoeft niet elke Windows applicatie zelf de printer aan te sturen, maar gebruikt hiervoor een standaard driver van Windows. Applicaties draaien allemaal in vensters, vandaar de naam "Windows".

Windows 95
Een grafisch besturings systeem ontwikkeld door Microsoft. Windows 95 is de opvolger van Windows 3.11, het is een 32 bit besturings systeem, wat inhoud data in sets van 32 bits verwerkt wordt. Windows 95 kan zowel omgaan met oude DOS applicaties, als 16 bit Windows applicaties en 32 bits applicaties, wat eerlijk gezegd een hele prestatie is. Een innovatie die tesamen met Windows 95 is uitgekomen is "Plug and Play" (zie aldaar). Windows 95 draait op een groot aantal PC's. Het is het meest gebruikte besturings systeem voor particulieren en er is veel software voor beschikbaar.



x



y



z

Laatst bijgewerkt: 1 januari 2001.